Dag 2 – Sorde l’Abbaye

Gisteravond heb ik een van de belangrijkste dingen gedaan die je tijdens een voettocht door Frankrijk kunt doen: Uitzoeken waar de bakker zit en kijken hoe vroeg je er ’s ochtends terecht kunt. Als er namelijk een bakker is, dan is de kans groot dat het de plek is waar je je eten voor de komende dag ophaalt en dat zijn openingstijden van invloed zijn op jouw moment van opstaan. Vanmorgen ben ik rond een uur of half acht langs de dichtstbijzijnde boulangerie gelopen en heb wat broodjes gehaald. Omdat op zondag in dit gedeelte van Frankrijk de supermarkten gesloten zijn en omdat 14 juli een belangrijke Franse feestdag is, heb ik geen broodbeleg. Daarom haal ik broodjes die ik kan eten zonder dat er beleg op hoeft. Pain du chocolat en een soort roombroodjes waarvan ik naam alweer vergeten ben.

Weer buiten gekomen blijkt dat ik met de spreekwoordelijke neus in de boter gevallen ben. Dichtbij de bakker wordt net door marktkooplieden onder de bomen van een plein een markt opgebouwd. De meeste kramen zijn nog leeg, of er liggen volle dozen met onuitgepakte handelswaar op. Tussen alle kramen spot ik een groenteboer, die een doos bananen heeft staan. Ik loop er heen en voor een eurootje koop ik er twee.

Dan ga ik op stap. Ik neem mezelf voor rustig aan te doen. Dit stuk door Frankrijk is bedoeld om in het ritme van lopen te komen en het zou niet verstandig zijn om nu al hard te gaan. Na anderhalf uur gelopen te hebben neem ik dan ook de eerste pauze. Normaal gesproken doe ik dat na 10 kilometer, of 2 uur. Welke van de twee als eerste voorbij komt. Ik zit op een vangrail naast een soort van gasverdeelstation. Iets met dikke pijpen die uit de grond komen in ieder geval. Ik peuzel er een broodje en een banaan op. Van het thuisfront heb ik een notitieboekje en een mooie schrijfset gekregen. Al zittend op de vangrail pen ik zo mijn verhaaltje weg. Na een poosje is het koude staal te hard voor mijn zachte delen en ga ik weer verder.

Rustmomentje

Met het verstrijken van de uren wordt het steeds warmer en warmer. Er wordt weleens gezegd dat de warmte hier in het zuiden heel anders is dan de warmte die wij in Nederland kennen. Iedere regel heeft een uitzondering en ik denk dat vandaag de uitzondering op de regel wat de warmte betreft was. Het was ontzettend benauwd, alsof je door een sauna liep. Iedere porie in mijn huid deed precies wat het moest doen: Enorm hard zweten. En dat is niet fijn, want het verhoogd de kans op blaren. Op ongeveer de helft van het aantal kilometers dat ik voor vandaag af wil leggen, toch maar even de sokken gewisseld voor droge exemplaren en de binnenzooltjes van de schoenen in de zon laten drogen. De omgeving is verder mooi en bosrijk, het parcour licht glooiend.

Bosrijke omgeving

Het venijn van de tocht van vandaag zat hem in de staart. Ik overnacht in het gehucht Sorde l’Abbaye. Om daar te komen had ik het genoegen een lange, rechte asfaltweg van een kilometertje of vier, zonder bomen en schaduw te mogen bewandelen. Er is bijna geen wind, waardoor ik me als een shaslick op een barbecue voel. Gelukkig komt aan alles een eind en op het moment dat ik dit type, heb ik me lekker gedouched en heb ik mijn vieze zweetkleren al gewassen. Die hangen fris droog te worden op een wasrek in de zon.