Dag 3 – Zweet en regen

De wekker gaat om half zeven. De tablet waarop ik een alarm heb gezet maakt in de stille ochtend meer lawaai dan ik tijdens het instellen van het alarm had verwacht. Ik schrik wakker en trek met het pakken van de tablet ook meteen de oplader uit het stopcontact. De eerste tijdswinst is gemaakt voor vandaag.

Ik stommel de trap van de refuge af naar beneden. In de keuken ruikt het naar koffie en een jongedame die ook heeft overnacht zit samen met de hospitaliere stilletjes te eten. Ik schuif aan en laat de koffie en het stokbrood goed smaken. Zoals zoveel mensen doen, loopt ook deze dame een stukje van een pelgrimsroute. Ze volgt een etappe of tien en stopt dan. Vorig jaar heeft ze zo een gedeelte van een andere route gelopen. Op de tocht die mijn broer en ik naar Santiago de Compostela liepen, was dat ook het geval. Een groot gedeelte van de mensen die de Camino del Norte liepen, ging bijvoorbeeld in Bilbao naar het Guggenheim museum en pakte daarna het vliegtuig naar huis. Het is ook niet mijn intentie om helemaal naar Compostela te lopen. Je zou dan kunnen zeggen dat ik misbruik maak van een mogelijkheid, je zou ook kunnen zeggen dat ik net als zoveel anderen een stuk van een pelgrimsroute loop.

Afijn, tijdens het eten herinner ik me opeens iets dat de hospitaliere de avond ervoor zei. Dichtbij de overnachtingsplek is een brug over een vrij brede rivier die ik moet oversteken. Aan de brug wordt gewerkt en is voor verkeer afgesloten. Als wandelaar kun je er nog wel overheen. Volgens de hospitaliere zou ik er verstandig aan doen om voor zeven uur over de brug te zijn. Dat is namelijk het moment waarop de wegwerkers weer verdergaan met hun werkzaamheden. De kans zou dan aanwezig kunnen zijn dat een principiële wegwerker de toegang tot de brug zou weigeren.

Voor zeven uur de brug passeren gaat net niet meer lukken. Omdat ik gisteren een wandelpad heb gevonden die me snel, binnendoor bij de brug brengt, lijkt het de dame een goed idee met mij mee te lopen. Het lijkt mezelf ook wel handig, want ik kan me voorstellen dat een wegwerker met ochtendhumeur eerder een sympathieke dame door laat lopen dan een grijze man van middelbare leeftijd die zeer slecht Frans spreekt.

Bij de brug aangekomen valt het allemaal gelukkig mee. De wegwerkers keuren ons geen blik waardig en zonder problemen bereiken we de overkant van de rivier. We lopen nog een stuk samen op en hoewel mijn tempo helemaal niet slecht is, moet ik aanpoten om haar bij te houden. Het is bewolkt en nog steeds bloedheet. Ook de luchtvochtigheid is vandaag weer heel hoog. Ik zweet me opnieuw helemaal ongans en vindt het na een paar kilometer welletjes. Ik zak af naar mijn eigen tempo en wens haar een bon voyage.

Vandaag is wat betreft afstand, een beetje een lastige dag. Ik moet kiezen tussen een afstand van vijftien kilometer naar Arancou en vierendertig kilometer naar Saint-Palais. Hoewel ik voorafgaand aan deze wandeling best wat kilometers heb gemaakt, voel ik aan mezelf dat ik nog wel moet wennen aan het lopen met een rugzak door een glooiend landschap. Ik besluit om eerst naar Arancou te lopen en daar pauze te nemen. Tijdens die pauze hak ik dan wel de knoop door waar ik vandaag ga proberen te overnachten.

Gîte municipal in Arancou

Ik stap flink door en na een poosje bereik ik Arancou. Arancou is echt een klein plaatsje. Misschien vijftig huizen en een restaurantje. Als ik hier overnacht, dan gebeurd dat ik een gîte municipal. In dit geval is dat een soort van dorpshuis. Naast de gîte staat een bushokje en erbinnen is door de dopsbewoners een mini-bibliotheek opgehangen. Zo’n kastje die je in Nederland soms ook wel langs de weg ziet staan en waar je boeken naartoe kunt brengen en ophalen. Ik loop er naartoe en ga zitten op de brede houten plank die als bankje dienst doet. Ik doe mijn rugzak af en net als ik een minuutje of wat uit zit te blazen, begint het te regenen. Dikke druppels.

Regen

De lucht is helemaal grijs en het duurt anderhalf uur voordat het weer een beetje droog is. Hoewel naar de regen kijken vanuit een bushokje niet bepaald spannend is, ben ik erg blij dat ik even gestopt ben. Als de regen is opgehouden vind ik het ondertussen wel prima. Doorlopen naar Saint-Palais betekent nog vier uur lopen, zonder garantie op droog weer en een slaapplek. Saint-Palais komt morgen wel.

Chamber 1, gîte Bourthaire, Arancou