Bij de tent aangekomen denk ik dat de dag is afgerond en dat ik rustig kan gaan slapen. Maar de wind trekt aan en het begint te regenen. Ik duik mijn tentje en mijn slaapzak in en lig me stiekem te verkneuteren. Ik vind dat heerlijk, dat getikker op de tent. Dan bedenk ik me dat de zee er door de harde wind een stuk ruiger uit zal zien, wat misschien wel mooie foto’s op kan leveren. Mijn tentje staat een paar meter van een hek, waarachter de grond steil afzakt naar een lager plateau, waar ook weer tentjes staan. Daarachter is de zee en de branding. Ik doe twee stappen en sta bij het hek, maar de zee is donker en grimmig en mijn cameraatje is niet geschikt om hier iets leuks van te maken. Ondertussen doet de harde wind me rillen in mijn dunne shirtje en spettert de regen op mijn blote kuiten. Het gras voelt bovendien vies en koud aan mijn voeten. Binnen een paar seconden zit ik weer lekker beschermt in mijn tentje.

Maar de natuur is nog klaar voor vannacht. De wind trekt verder aan en ik hoor rondom mij heen andere tenten klapperen. Omdat een slimme meid op alles is voorbereid, maak ik alvast het koord van mijn waslijntje vast aan twee lussen , binnen, bovenin de tent. Als het echt te gek wordt kan ik dat vasthouden en het moet nogal straf gaan waaien als de wind tachtig kilo vlees wegblaast.
Na een kleine twee uur zwakt het wat af en hoor ik de regen niet meer tikken op de tent. Ik doe mijn slippers aan en doe een snelle check naar scheerlijnen en haringen. Die zitten allemaal nog prima. Vanmidddag heb ik ondanks de drukkende hitte, best wat tijd uitgetrokken om ze goed in de harde grond te krijgen. Daar lijk ik nu mijn voordeel mee te doen. Achter mij zie ik al een aantal mensen die een platgewaaid tentje opruimen.

Omdat moeder natuur zich ook op een andere manier aandient, loop ik naar de wc. Als ik het gebouwtje weer uitloop, begint het opnieuw te regenen. Ik ren zo hard als verantwoord is en als mijn slippers mij kunnen dragen, terug naar de tent. Dan begint de storm pas echt. Het kneuterige is er ondertussen goed af. De wind trekt nog verder aan en blaast in harde stoten over de camping. In mijn tent houd ik het eerder vastgemaakte koord stevig vast, omdat ik er niet gerust op ben dat het hele spul blijft staan. Er is een kakefonie aan geluiden om me heen. Onder me hoor ik de razende branding. Boven me jaagt de bliksem langs de hemel en verlicht met tussenpozen het interieur van mijn tent, gevolgd door het geluid van de diepe rollende donder. De wind trekt en wringt op alle manieren aan het frame en het dunne zeildoek van de tent en de regen hagelt in scherpe tikken neer. Op de achtergrond hoor ik nog de muziek uit het restaurant en mijn fantasie gaat met me op de loop. Straks gaat mijn tent net als de Titanic ten onder, terwijl de muziek door blijft spelen.

Toch ben ik meer bezorgd dan bang. Ik hoop maar dat de tent het houdt, anders moet ik overgeleverd aan de elementen de nacht door zien te komen. Geen prettig vooruitzicht. Weer een uur later is de ergste storm uitgeraast, al blijft het nog onstuimig. Als ik bij de dageraad mijn tentje uitklauter, is een deel van de camping platgewaaid. Op de parkeerplaats staan auto’s met beslagen ramen. Daar hebben mensen tijdens de storm hun heil gezocht. Het waait nog steeds hard en met dit weer ga ik geen tent afbreken. Ik wil niet het risico lopen dat iets weg, of stukwaait. Maandag, morgen dus, lijkt het weer een stuk beter te zijn. Dan pak ik mijn spullen wel en zorg ik dat ik bij de winderige kust wegkom.

Met mij gaat het gelukkig helemaal prima. De tent heeft de praktijk doorstaan en is goed waterdicht en stormbestendig. Toch had ik dit niet verwacht toen ik bedacht min of meer symbolisch te overnachten naast de vuurtoren, die zo’n beetje dient als startpunt van de GR11.

De rest van de dag blijft het hard waaien. Het is al half zes in de middag wanneer er weer een blauwe hemel vanachter de wolken tevoorschijn komt. Zoals het nu lijkt zullen er vannacht zo nu en dan lichte spetters vallen en zal de wind verder geleidelijk aan in kracht afnemen.

Ik ga nog even naar Faro de Higuer, de vuurtoren van Higuer om het water aan te raken van de Golf van Biskaje. Het is een beetje traditie om hier voorafgaand aan het lopen van de GR11 te zwemmen, of het water aan te raken. Zwemmen is met de golfslag van vandaag ronduit levensgevaarlijk, dus daar waag ik mij niet aan. Als alles goed gaat is de volgende zee die ik aanraak de Middellandse Zee .
