Mijn hoop dat ik als enige zou overnachten in de gîte blijkt ijdel. Toen ik terugkwam van de supermarkt met de boodschappen voor het avondeten en het ontbijt, zag ik andere mensen rondscharrelen in het onderkomen. Nu kun je denken: gezellig, maar de realiteit is dat iedereen van elkaar weet dat er niet meer dan een avond en een nacht gezamelijk wordt doorgebracht. Niemand neemt dan ook echt de moeite om zich in de ander te verdiepen. Toch zullen ze vandaag nog wel een paar keer aan mij denken vermoed ik. Hoe zachtjes ik ook doe ’s ochtends om zes uur, een hard krakende trap is niet iets waar ik veel aan kan doen. Er zullen daardoor vast wat slaapjes verstoord zijn vanmorgen.
De route vandaag is ronduit saai. Veel asfalt, weinig panorama. Het voelt voor mij een beetje als de laatse uren van een vrijdagmiddag op het werk. Het moet, maar de gedachten zijn vaak al bezig met het weekend dat daarna komt. Ik ben mijn gedachten al bezig met de GR11. Hoogtepuntje van vandaag is dan wel het oversteken van de brug over de rivier Bidasoa, die die ook meteen de grens is tussen Frankrijk en Spanje.
Het is de bedoeling dat ik vandaag overnacht op camping bij Cabo de Higuer. Dat is naast de vuurtoren die ongeveer geldt als het startpunt van de GR11. In mijn verbeelding lag dat zo’n beetje in Irun. De werkelijkheid is dat er zo’n zeven kilometer tussen zit. Dat voelt alsof je als extra een maandagochtend aan het einde van je vrijdagmiddag er bij moet werken. Afijn, aan alles komt een eind en als je een beetje door blijft stappen, kom je vanzelf waar je wezen wilt.
Er hangt regen in de lucht. Vanaf tien uur vanmorgen zou het gaan regenen. In Nederland heb ik mijn kinderen wel eens op de fiets de vijftien kilometer naar school gestuurd omdat het alleen een beetje zou miezeren. Een kwartiertje later gingen toen de hemelsluizen helemaal open en kwam de regen niet in druppels, maar in stralen naar beneden. Hier lijkt dat tot nu toe de andere kant op te werken. Er is regen voorspelt, maar het blijft voor nu alsnog droog. Ik moet niet te hard gaan pochen, want ook voor vannacht staan een paar spetters in de verwachting.
Door de hoge luchtvochtigheid is het bij aankomst op de camping niet te harden. Bij iedere beweging voel je het zweet opborrelen. Ik werk mijn ritueel af, waar nu een extra stap aan is toegevoegd: tent opzetten. Daarna douchen en kleren wassen. Deze keer in het invalidentoilet want die heeft een mooie grote wasbak. De kleren worden opgehangen aan het lijntje dat ik heb gespannen bij de tent en daarna wil ik boodschappen gaan doen. Dat gaat even niet, want het valt samen met de siësta en moet daardoor nog even wachten.
Op de camping bij de tentplekken zijn geen bomen. Mijn tent staat daardoor te blakeren in de zon. Ik herinner me dat ik tussen al mijn spullen nog ergens een bakje Camembert opgeborgen heb. Ik ben blij dat ik die in zo’n plastic dichtknijpzakje heb gestopt. Anders had mijn hele uitrusting nu wel naar zweetvoeten geroken. Mijn kinderen hebben wel een beetje gelijk. De kaas ruikt best sterk.
Omdat er verder niet zoveel te doen is op de camping, zoek ik mijn heil en koelte maar op het terras van het camping-restaurant. Die ligt iets hoger dan de camping, heeft parasols en er waait een briesje. Met een koude cerveza is het daar wel uit te houden. Daarbij is het uitzicht niet vervelend. Zover het oog rijkt zie je de zee. Er schuiven bootjes voorbij, vissersschepen en zeilbootjes met witte zeilen. Hoewel de camping wel aan zee ligt, is er geen strand. Waar de camping ophoudt, begint een klif die een paar meter lager in zee eindigt.
Naarmate de middag verstrijkt, wordt het steeds aangenamer. De drukkende vochtigheid verdwijnt en als ook de Spanjaarden zelf uit hun huizen tevoorschijn komen, weet je dat het wel snor zit. Op het terras wordt een spel gespeeld. Er worden vanaf een afstand een soort grote sjoelstenen naar een open, driehoekige kist gegooid. Midden in de kist zit een metalen staaf. Wat ik er van begrijp is dat het raken van de staaf de meeste punten oplevert. Er wordt dan in ieder geval gejuicht door het team waar de gooier lid van is.
Ik ben nog aan het nadenken of ik morgen door zal lopen, of dat ik een dagje rust neem. Misschien moet ik maar eens een dagje rust nemen. In principe is daar de ruimte voor. Nu ik erover nadenk is dit misschien wel het juiste moment voor een bodycheck:
Voeten: 9 – Ik heb geen blaren (meer). Spieren in de voeten gaan prima.
Benen: 7 – Na het klimmen, maar vooral het dalen bij Ascain, voel ik mijn linkerkuit. Gistermiddag even goed gemasseerd. Vanmorgen voelde ik het niet meer, nu een beetje, maar minder dan gisteren.
Knieën: 8 – Niet anders dan je mag verwachten van gewrichten die ineens fysiek flink aan de bak moeten.
Lijf: 9 – Geen bijzonderheden.
Hoofd: 7 – Heel veel zin om te beginnen aan de GR11, met in mijn achterhoofd het gedichtje op de homepage.
Net als ik dit type, ruik ik een kenmerkende lucht. Achter mij staat een oudere man met baard een jointje te roken. Hij kijkt naar mij en ik steek beleefd mijn duim op. Dat had ik niet moeten doen want ik ben nu denk ik zijn maat, en hij komt naast me zitten. Het wordt tijd om mijn tent op te zoeken.