Ik wordt wakker door de wekker, wat meestal betekent dat ik goed heb geslapen. Dat klopt ook deze keer weer. Omdat er eerst nog de gang naar de supermarkt gemaakt moet worden, ben ik wat later dan ik oorspronkelijk op de planning had staan. De supermarkt is ’s avonds tot half 8 open. Ik stond er netjes om kwart voor zeven op de stoep, maar keek naar een dichte deur, die ook niet open ging toen ik aan de deurklink trok. Toevallige voorbijgangers hebben het over een fiesta. De supermarkteigenaar heeft klaarblijkelijk een feestje en dan gaat de supermarkt dicht. Prioriteiten stellen heet dat.
Als ik naar de supermarkt toeloop wordt ik tegemoet gelopen door misschien wel twintig andere wandelaars. Als ik hun uiterlijk bekijk, durf ik een voorzichtige inschatting te maken dat ze overal ter wereld vandaan komen. Het zijn wandelaars die starten aan hun tweede etappe naar Santiago de Compostela. Burguete ligt op de Camino Frances.
Het eerste stuk van vandaag is bijna vlak en loopt voor het grootste deel door bossen. Dat loopt gemakkelijk, maar is ook erg saai. Links van je zie je bomen, rechts van je zie je bomen, achter je het pad en voor je idem dito. Ik zie nog wel twee keer reeën. De eerste stormt door het bos alsof het een groep jagers is tegengekomen en de ander kruist heel rustig mijn pad.
Na een paar uur lopen arriveer ik in het kleine dorpje Orbara. Er staan een paar boerderijen, wat huizen, een oud kerkje en een cafeetje. Ik heb mijn zinnen gezet op een grote bak zwarte koffie en loop naar het café. De deur is open en er brand licht. Toch staat er een bord bij de deur met de tekst: Cerrado, dat gesloten betekent. Ik kijk naar binnen en zie een bebaarde man druk aan het schoonmaken. Ik doe nog een stap naar voren zodat ik met een been in het café sta. De man ziet me en roept: “No, no, cerrado!” Ik kijk hem aan en vraag: ” Una café?” De man zucht en steunt, gooit zijn armen in de lucht en roept nog een keer: “No, no!”, maar gaat ondertussen wel een grote bak koffie voor me maken.
In het volgende dorpje Herriberri, tank ik mijn waterflessen nog eens goed vol, want het is de bedoeling dat er weer op de berg wordt geslapen vannacht. Uit de zijkant van het oude kerkje steekt een kraantje uit de muur. Een keer drukken en je wordt beloond met een ferme straal steenkoud water.
Vandaag staat de tent op een grote grasvlakte. Om op mijn kampeerplekje te kunnen komen, ga je door een hek. Dat hek zit in een afrastering dat in de lengte over een heuvelrug is gespannen. Vanaf het hek loopt een pad naar beneden, naar een van de spaarzame vlakke stukken die ik kon vinden. Vanaf de plek waar mijn tentje staat, kun je dus het hek goed zien. Onbewust houd ik de hele tijd dat hek in de gaten om te zien of er nog meer kampeerders aankomen, die ook op zoek zijn naar een vlakke plek. Voor vandaag gebeurd dat nog twee keer. Eerst komt Katrien, de Nederlandse dame door het hek en later ook nog David the Irishman. Voor vannacht hebben we dus een soort van mini-camping op de berg. Voor morgen staat er een korte etappe op de planning. Na de lange etappe van vandaag mag dat wel een keer. Het doel is een camping, een dorp verderop.