vr 16 aug
Vanmorgen zitten een tiental nog slaperige personen aan de ontbijttafel. Ze lachen wat en knikken veelbetekenend met hun hoofd naar degene die prinsheerlijk zit te eten en wel is uitgeslapen. In een aantal verschillende talen wordt onderling gevraagd of er goed is geslapen. Het antwoord is de hele tijdeen wat zurige lachende: Nee. De oorzaak ligt bij de man die wel goed heeft geslapen. Hij heeft de rest de hele nacht wakker gehouden met zijn gesnurk. Er zijn genoeg mensen die tijdens hun slaap een regelmatige, zware ademhaling hebben die je snurken zou kunnen noemen. Als je erbij in de buurt bent en probeert te slapen, weet je zo ongeveer wanneer de volgende snurk komt. Er zit een soort van voorspelbaar ritme in, net hele slechte muziek. Ik kan daar prima bij slapen. Deze man heeft dat niet. Je weet nooit wanneer de volgende keiharde snurk komt. Oordopjes mogen niet baten en het is al de tweede nacht dat hij me wakker houdt. Vanmorgen heb ik hem even apart genomen en gevraagd of hij in het vervolg op zijn zij wil slapen, want zijn gesnurk is niet te doen. Het is een aardige man en hij wil dat best doen. Uiteindelijk heeft hij er zelf geen weet van dat hij iedereen wakker houdt. Hij is vierenzestig jaar oud en loopt de GR11. Daar heb ik veel respect voor, maar toch ben ik er na twee slapeloze nachten wel klaar mee. Om te voorkomen dat ik nog een keer met dezelfde heer in dezelfde ruimte moet slapen,heb ik besloten hem er uit te lopen. Ik heb vandaag opnieuw twee etappes gelopen en denk dat ik er daarmee voor zorg dat ik hem niet meer tegenkom.
Ik heb vandaag de etappes Estoan – Tavascan en Tavascan – Areu in een keer gelopen. Dat was een wandeling van tien uur, over achtentwintig kilometer. Er werd in totaal vierentwintighonderd meter geklommen en gedaald. Door de twee relatief rustige dagen die ik net achter de rug had, had ik energie voor drie en kostte het me eigenlijk helemaal iet zoveel moeite. Mijn tentje staan vandaag weer eens op een camping. Ik heb vandaag van verschillende personen, waaronder tourist info te horen gekregen dat het vannacht echt droog blijft. Na twee kletsnatte tenten hoop ik oprecht dat ze gelijk hebben. Anders zou de Vereniging van Tevreden Tentkampeerders, nog wel eens een lid kunnen verliezen.
De afgelopen twee dagen ben ik door twee compleet verlaten gehuchten gelopen. Om de een of andere reden zijn de bewoners vertrokken en hebben ze hun huizen verlaten. Nu lopen alleen nog koeien en nieuwsgierige wandelaars door de lege, met gras overgroeide straten. Bij een van deze dorpen, Dorve lag een dode aangevreten koe in het land. Het beest lag er duidelijk al een aantal dagen. Ik weet niet of het zo is, maar ik vermoedt dat de boeren een vergoeding krijgen wanneer ze zo’n dood beest zo laten liggen. Het dient namelijk als voedsel voor de bedreigde vale gier en de lammergier. Je ziet dan ook best vaak botten rondzwerven in de natuur. Vooral de lammergier is een indrukwekkende verschijning. Met zijn spanwijdte van meer dan twee meter, is het net een matras die doorde lucht vliegt. Ik denk er eentje te hebben gezien, maar op afstand is dat moeilijk in te schatten. Daarbij ben ik ver van een vogelkenner, dus voor hetzelfde geld heb ik iets heel anders gezien.
Wat ik wel heb gezien en wat ik herkende door het kwartetspel dat kleine blonde Klaasje vroeger veel placht te spelen bij zijn böppe (oma) is een vlinder: de Koninginnepage. Dat is een best wel grote vlinder, lichtgeel met zwarte “aders”. Ik heb dat beest nooit levend in Nederland gezien, alleen op het kwartetspel van böppe en vandaag vliegen er zo een aantal voor me langs. Ik herkende ze meteen. Typisch zo’n weetje dat ergens op de vliering van je geheugen is opgeslagen en dan ineens tevoorschijn komt.