Dag 53 t/m 55 – Weer thuis

Het is kwart voor zeven als ik de deur van het appartementje in Toulouse achter me sluit. Met de rugzak stevig op mijn schouders loop ik de luid krakende trap af naar beneden. In de hal staat een kistje met een gleuf er in. Op een bordje dat erbij staat, staat het verzoek om het toegangspasje erin te deponeren. Het pasje heb ik de afgelopen uren gebruikt om de buitendeur en de deur van het appartement te openen. Ik laat het pasje in de gleuf verdwijnen, doe de buitendeur open en stap de nog koele straat op. Het verbaast me hoe druk het alweer op straat is. Bijna alsof de nacht niet heeft bestaan. Mensen haasten zich langs me heen en auto’s wachten ongeduldig tot het verkeerslicht eindelijk groen wordt. Het regent wat. Onder de luifel van een restaurant doe ik snel even de rugzak af en pak mijn jas. Als ik de jas heb aangedaan, kijk ik nog eens om me heen en sla dan de weg in naar het station.

Ik ben bewust ruim op tijd op het station, zodat ik in alle rust kan uitzoeken van welk perron de trein vertrekt. Dat is nog niet bekend. In Nederland weet je ruim van tevoren op welk perron welke trein aankomt. Dat is bijvoorbeeld te lezen op de apps van de NS. In Frankrijk wordt het juiste perron een half uur tot een kwartier van tevoren bekend gemaakt op één van de grote digitale schermen,  waarop ook de vertrektijden van de treinen staan. Ik sluit me aan bij de groep mensen die zwijgend omhoog kijken naar één van deze schermen. Na een poosje verschijnt achter de bestemming “Paris Montparnasse” de benodigde informatie: “1B”. Zwijgend loop ik met de massa mee naar de trein, zoek het juiste treinstel, de juiste stoel en zet me neer. Weer een stapje dichter bij huis.

Mijn vrouw haalt me op in Parijs. Het is de bedoeling dat we elkaar ontmoeten op Gare du Nord. De verwachting is dat ze rond een uur of vier arriveert vanaf Rotterdam Centraal. Mijn reis vanuit Toulouse en daarna vanaf station Paris Montparnasse naar Gare du Nord verloopt soepel. Ik ben daardoor een paar uur te vroeg op het station. Ook nog te vroeg om te kunnen inchecken in ons hotel, dat zich op loopafstand van het station bevindt. Ik vind dat niet erg en ga eerst maar eens wat eten. 

Eurostarperrons Gare du Nord

Om drie uur check ik in en breng ik mijn rugzak naar de kamer. Even een snelle douche, kort dutje en dan hup, terug naar het station. De trein uit Rotterdam kan elk moment aankomen. Aangekomen op het station wordt net omgeroepen dat de trein ruim een half uur vertraging heeft. Om de tijd te doden ga ik Gare du Nord maar een beetje verkennen. Het station is de drukste van Europa en verwerkt jaarlijks een kleine driehonderd miljoen reizigers. Er is dus altijd wel iets te zien. Na een poosje rondgekeken te hebben, komt de trein uit Rotterdam binnen en kan ik eindelijk na bijna acht weken mijn vrouw weer stevig in de armen sluiten. Ze heeft een tas schone, “normale” kleren bij zich. Best lekker om de zware leren wandelschoenen in te kunnen ruilen voor een paar lichte stappers. Mijn wandelshirts en sokken die ik de afgelopen weken gedragen heb, halen Nederland niet. Een vuilnisbak in Parijs wordt hun laatste halte.

Notre Dame

De volgende dag proberen we uit alle macht onze dagkaart openbaar vervoer rendabel te maken. Voor zestien euro kun je daarmee een dag lang door heel Parijs reizen, met zowel bus, trein als metro. We brengen een bezoek aan de Notre Dame, die nog volop in de steigers staat vanwege de restauratie na de verwoestende brand in 2019. Daarna lopen we min of meer per ongeluk langs het Centre Pompidou, bezoeken we de Arc de Triomph, de basiliek Sacré-Cœur die dichtbij ons hotel staat en uiteindelijk natuurlijk de Eiffeltoren. We zitten ’s avonds kleumend op de trappen van het Palais de Chaillot te wachten tot het eindelijk tien uur wordt om te zien hoe de lampjes op de toren als een kerstboom beginnen te knipperen.

Eiffeltoren bij nacht

Het valt ons op dat er veel beveiliging rondloopt in de stad. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de Olympische spelen die net afgelopen zijn en de paralympics die nog volop bezig zijn. We zien veel politieagenten die met een wapen op de borst op drukke punten staan. Of groepjes agenten of militairen die rondlopen bij belangrijke toeristische attracties zoals de Eiffeltoren of de Arc de Triomph. Dat kan wat nadelen hebben. De Arc de Triomph staat aan het einde van de Champs-Elysees midden op hele grote, drukke rotonde waar twaalf wegen samenkomen. Tussen de rotonde en de Arc de Triomph is met een dikke, zwarte ketting de rand van het terrein gemarkeerd. Ik probeer een foto te maken van de Arc de Triomph, maar dat ding is zo groot dat ik het niet echt mooi in beeld kan krijgen. Eigenlijk zou ik nog een metertje verder naar achteren moeten lopen om een betere foto te kunnen maken. Ik had al gezien dat er achter de ketting een agent stond met een wapen op de borst, maar in mijn drang een mooie foto te maken was ik dat vergeten. Net als ik mijn ene voet over de ketting zet, draait de agent licht in mijn richting. In één keer schiet me iets te binnen. Iets dat ik ooit eens heb gehoord: deze mannen slaan eerst en vragen daarna pas wat je aan het doen was. Ik trek mijn voet maar weer snel terug achter de ketting en vindt een andere manier om toch een foto te kunnen maken.

Bewaking

De volgende dag gaat onze trein mooi op tijd. Zonder noemenswaardige vertragingen bereiken we rond een uurtje of twee het station in Dalfsen, waar familie ons staat op te wachten om ons naar huis te brengen. Ik ben weer thuis! Het avontuur is nu echt, helemaal afgelopen.

The end