Dag 51 en 52 – Richting huis

Nadat we aangekomen waren op Cap de Creus, hebben we de touristenbus genomen naar Cadaques. Vreemd genoeg leverde de bus ons niet af in het plaatsje zelf, maar twee kilometer ervoor, op een door de zon geblakerde parkeerplaats. Omdat ik wel klaar was met lopen heb ik nog geprobeerd een lift te ritselen bij een Duitser met een grote auto, maar dat liep jammer genoeg op niets uit. Er zat niets anders op dan nog een keer de wandelschoenen in beweging te zetten naar een bushalte in Cadaques.

We hadden een hostal geregeld in El Port de la Selva voor twee nachten. Dat was op advies van Josu, die vertelde dat de laatste zondag van de vakantie de bussen vaak erg vol zitten met mensen die terugkeren van vakantie naar huis. We hadden een mondelinge deal met de eigenaar over de prijs, maar toen we moesten betalen bleek de prijs ineens een stukje hoger. Omdat we geen zwart op wit bewijs hadden van de overeenkomst, zat er weinig anders op dan maar te betalen. Leren kost geld zeggen ze en dat gold ook voor deze les.

De rustdag zelf was wel lekker, maar ook wel saai. De meeste tijd was ik kwijt met het regelen van de terugreis. Dat was nog wel een dingetje. Mijn plan was om met de bus vanuit El Port de la Selva naar Llança te rijden en daar de trein te pakken naar Perpignan in Frankrijk. Na veel gepuzzel en gezoek bleek dat bijna onmogelijk. Ik ben daarom nu met de bus naar Figueres gereden en heb daar de trein naar Toulouse genomen.

Vanmorgen hadden we een bij de overnachting inbegrepen ontbijt. In de planning kon dat mooi, want ik wilde de bus van negen uur halen, die mij om tien over half tien zou afzetten op het station van Figueres. Jammer genoeg wel bij het verkeerde station. Figueres heeft twee stations, die zo’n tweeëneenhalve kilometer bij elkaar vandaan liggen en de bus stopt alleen bij het station waar mijn trein dus niet vanaf vertrekt. Mijn trein zou om 10:27 uur vertrekken vanaf het andere station. Daardoor had ik zo’n drie kwartier om de afstand tussen beide stations lopend te overbruggen. Dat leek mij goed haalbaar. Ik heb in Nederland een paar keer in de bus gezeten en hoewel die wel eens wat later is, kun je er redelijk van uitgaan dat de bus enigszins op tijd arriveert. Met die ervaring in mijn achterhoofd ging ik er vanuit ruim voldoende tijd te hebben om de trein te halen. Ik begon me alleen een beetje zorgen te maken toen de bus tien minuten te laat bij de halte aankwam waar ik zou opstappen.

Toen de oude bus zich in beweging zette en ik zag hoe de chauffeur over de wegen en door de bochten scheurde, kreeg ik weer een beetje hoop. Tevergeefs, want het was net tien uur geweest toen we aankwamen in Figueres. Twintig minuten later dan gepland. Lopend ging ik de trein niet meer halen. Ik volgde daarom Mike’s advies maar op: “Neem gewoon een taxi. Voor een tientje sta je zonder stress en zonder compleet bezweet te zijn op dat andere station.” Zo gezegd, zo gedaan. Ik heb een taxi aangehouden en inderdaad voor tien euro was ik net op tijd om in de trein te stappen. Omdat de trein de grens over gaat, werd alle bagage door de Spaanse politie gescand op het station en later in de trein volgde ook nog een paspoortcontrole.

In Toulouse aangekomen, loop ik meteen naar het hotel toe. Recht tegenover het station is een lange rechte straat met terrasjes op de brede trottoirs. Langs de straat staan hoge gebouwen, lang geleden gebouwd, met smeedijzeren hekjes voor kleine balkons. Het hotel staat er ook, zo’n vierhonderd meter van het station af. Bij het hotel aangekomen staat de eigenaar bij de deur en verteld me dat ik na drie uur kan inchecken. Ik heb bijna twee uur die ik moet zien te overbruggen. Ik besluit dat het tijd is voor wat eten en ga ergens zitten. Tijdens het eten kan ik mooi wat rondkijken, naar wat er zich zoal afspeelt rondom mijn tafeltje.

Het publiek in de straat is een bonte verzameling van nationaliteiten en huidskleur. Ook de zigeunerbedelaars ontbreken niet en liggen met een zielig gezicht langs de gebouwen in de hoop dat iemand een muntje in hun bakje gooit. Een man die zijn leven duidelijk niet op de rit heeft, komt bij een tafeltje dichtbij mij staan en vraagt met wijde gebaren en wanhopige stem iets aan de mensen aan de tafel. Die schudden resoluut het hoofd en gebaren dat hij weg moet gaan. Aan de overkant van de straat loopt een man van een jaar of dertig met ontbloot bovenlijf en begint uit het niets met vlakke hand op zijn buik te slaan, in het ritme van zijn tred. Er is niemand die er van opkijkt. Ik ben duidelijk in een grote stad beland. Wat ook opvalt is het grote aantal backpackers die vanaf het station de stad inlopen. Mensen met serieus grote rugzakken, waarin zich alles bevindt dat ze de nodig hebben. Ik vermoed dat de oorzaak achter dit grote aantal gelegen is in het feit dat Toulouse zich op een kruispunt van een paar langeafstandswandelpaden en pelgrimspaden ligt.

Als het drie uur is, laat ik het terras voor wat het is en loop ik terug naar het hotel. De deur is open en ik stap naar binnen. Vanuit een klein hokje met een glazen scheiding doet een man de stappen die nodig zijn om in te checken. Hij verteld me dat ik mag kiezen: of een kamer, of een appartement. De prijs blijft hetzelfde. Uiteraard kies ik voor het appartement, want dat is groter. Voor de zekerheid vraag ik nog of het appartement dichtbij het hotel is, want morgen wil ik niet te ver naar het station hoeven te lopen. De man lacht: “Vier minuten!” Hij geeft mij een pasje om de deur open te doen en stopt het pasje in een papieren etuitje. Hij wijst naar een adres op het etuitje en zegt dat ik daar naartoe moet gaan. Ik neem alles aan en ga op pad. Met behulp van Google Maps probeer ik mijn weg te vinden door deze grote stad. Na een poosje word ik toch wat ontevreden, want het is aanzienlijk verder weg dan de toegezegde vier minuten. Na twintig minuten door de warme stad te hebben gelopen, ben ik bij het adres. Naast de deur is iets gemonteerd dat op een paslezer lijkt en ik probeer de deur te openen. Er gebeurd niets. Ik loop wat rond op zoek naar andere deuren. Die zijn er niet en ik besluit de man te bellen. Hij neemt op en zegt dat ik maar terug moet komen naar het hotel. Lekker dan! Ik ben ondertussen een beetje kribbig en geef aan dat ik gewoon een kamer wil en dat hij het appartement maar aan iemand anders moet geven, omdat ik geen zin heb in opnieuw twintig minuten lopen. Weer aangekomen bij het hotel blijft de man beweren dat het maar vier minuten lopen is. Wat blijkt, op het etuitje staat nog een adres op de achterkant. Ik was naar het verkeerde adres gelopen. Eenmaal aangekomen op het juiste adres blijkt dat het alsnog een goede keuze was om voor het appartement te gaan. Het is klein, schoon en voorzien van alle gemakken. Nu eerst lekker slapen en morgen op tijd er uit, want er moet opnieuw een trein gehaald worden!