Avondeten is inbegrepen bij de refugio. Er is gemeldt dat om acht uur etenstijd is. Acht uur wordt aan een bel gerammeld waarna het de bedoeling is dat iedereen aan tafel gaat. Er zijn veel mensen in de refugio. Veel touristen gebruiken het als uitvalsbasis voor hun dagtochten. Daarbij gebruiken wandelaars als ikzelf de refugio als overnachtingsplek. Ik zit buiten wat voor te bereiden voor de dag van morgen en hoor de bel. Op mijn horloge zie ik dat het acht uur is.
Binnen gekomen zitten de lange houten tafels al grotendeels vol en is het een geroezemoes van jewelste. Ergens moet ik een plekje zien te vinden in dit kippenhok. Midden tussen de Spanjaarden zitten trekt me niet echt, want die spreken het Engels meestal niet, of anders heel slecht. Dan zit je de hele maaltijd een beetje raar voor je uit zitten te koekeloeren omdat je niet veel begrijpt van wat rondom je wordt gezegd. Een wandelaar van Duitschen bloed die ik eerder heb gesproken, roept me. Het blijkt dat er geen vrije keus van zitplaats is. Onze namen zijn met een dikke zwarte stift in hanepoten op het op het witte papieren tafelkleed gekalkt.
Ik kom naast de Duitse dame te zitten en tegenover Carlos. Carlos is een Spanjaard uit de buurt van Valencia. Hij houdt zich een beetje op de vlakte, totdat hij er achter komt dat ik uit Nederland kom. Tot mijn verbazing begint hij Nederlands met me te praten en hij beheerst de taal redelijk goed. Hoe dan? Het blijkt dat hij als jochie tot zijn negende in Krimpen aan de IJssel heeft gewoond. Toen zijn ouders terug gingen naar Spanje, moest hij mee terug. In Spanje ontspoorde hij omdat hij ineens in een voor hem totaal vreemde omgeving terechtkwam. Hij had geen vrienden meer en moest opnieuw zijn weg moest proberen te vinden. Nu gaat het gelukkig weer goed met hem.
De route van vandaag is zwaar. Er moet eerst van zestienhonderd naar tweeentwintighonderd meter geklommen worden. Daarna moet een paar honderd meter worden gedaald, dan weer een paar honderd meter gestegen en uiteindelijk wordt er weer gedaald naar de zestienhonderd meter. Wat het vooral zwaar maakt is de voortdurende hittegolf die ervoor zorgt dat vandaag vanaf een uurtje of tien de zon alweer nadrukkelijk op mij brandt. Beschutting is er niet veel op de berg, dus ik mag de hele overvloed ondergaan.
De route is op zichzelf is niet heel spannend voor wat betreft mooie vergezichten. Ik kan ontdekken dat ik uit Parque Natural de los Valles Occidentales ben. Er zijn nog steeds mooie vergezichten, maar veel minder spectaculair dan de dagen hiervoor. Ik heb wel voor de eerste keer een klimmetje afgerond waarvoor het gemakkelijk is om de staalkabel die als leuning dienst doet, te gebruiken
Morgen heb ik een rustdag ingelast. Even bijtanken in Candanchu.