Volgens mijn boekje komt morgen het moeilijkste stukje GR11 aan bod. Het moet nogal een steile afdaling zijn, waar je goed je koppie bij moet houden. Het is vandaag mijn bedoeling geweest om zo dicht mogelijk bij deze afdaling te gaan wildkamperen. Als ik betrekkelijk dichtbij overnacht, ben ik nog niet moe op het moment van arriveren was een beetje mijn gedachte. Ik ga sowieso vandaag vroeg de slaapzak in, want Sallent de Gallego had een dorpsfeest, niet al te ver bij mijn bed vandaan. Ik heb nog wat slaap in te halen.

De etappe van vandaag was kort, omdat na het punt waar nu mijn tentje staat en de lastige afdaling, geen plekken zijn waar je je tentje enigszins fatsoenlijk neer zou kunnen zetten. Ik ben een uurtje of vijf onderweg geweest en sta nu op zo’n vierentwintighonderd meter hoogte op een heel mooi plekje. Mijn tent staat in een soort kom. Ik hoop dus ik dat het niet gaat regenen. Voordeel van dit plekje is wel dat de tent bijna niet door de wind geraakt wordt die ’s avonds nog wel eens op wil steken.

De kampeerlokatie is fenominaal. Als ik vijf meter de ene kant oploop, heb ik uitzicht over een mooi ruig en groen dal, waarin helemaal beneden een stroompje zijn weg zoekt. Als ik een meter of twintig de andere kan oploop, zit ik met mijn voeten in het heldere, maar ijskoude water van het bergmeertje met de mooie naam: Ibon de Llena Cantal. Boven het meertje liggen nog flarden groezelige sneeuw tegen de rotsen aangeplakt. Het water uit het meertje is mijn bron van drinkwater en ik heb er ook mijn klamme T-shirt even in uitgespoeld zodat ik morgen iets frisser de paden op kan.
