Dag 30 – Rough & tough

zo 11 aug

Gisteren ging alles perfect. Ik was voor de ergste hitte op de camping en kreeg een mooie plek in de schaduw, dichtbij een waterkraan. Altijd handig! De douches waren goed en er was een wasruimte, waar gewoon zeep stond om je kleren mee te wassen. In een mum van tijd was ik klaar en hing mijn fijn ruikende wasje zacht te wapperen in de warme wind. Omdat voor de komende dagen de bergen weer opgezocht moeten worden en in die dagen geen supermarkt beschikbaar zal zijn, moest ik het een en ander gaan uitzoeken en plannen. Om het nuttige met het aangename te verenigen leek het me goed om dat in het restaurant van de camping te gaan doen. Daar staat de airco aan en kan een drankje gepakt worden. Ik was lekker bezig met uitzoeken hoe ik de komende dagen het beste kon aanvliegen toen ik een dame een gilletje hoorde slaken. Ze zat buiten op het terras, waar ineens de regen in dikke stralen naar beneden naar beneden kwam zetten, vergezeld met het licht en geluid van onweer.


Mijn perfecte plekje voor de tent bleek toch niet helemaal perfect te zij n. Het stond op zwart zand en de harde druppels van de regen spatten het zand tegen mijn tent aan, waardoor het onderste stuk blubberig werd. Vanmorgen had ik in alle vroegte dus de schone taak om iets met een natte vieze tent aan te vangen. Dichtbij was een overdekte barbecueplaats gemaakt, inclusief picknickbanken en een kraan waar ik de meeste bagger van de tent en het grondzeil afkreeg. Het hele natte spul, inclusief mijn zeiknat geregende wasje, onderin de rugzak gedrukt, die daardoor flink zwaarder werd.

Rough & tough

Er moet vandaag van twaalfhonderd naar zevenemtwintighonderd meter hoogte geklommen worden. Volgens mijn boekje is de etappe: “Rough and tough.” In goed Nederlands dus: “Ruig en moeilijk.” Er moeten weer veel rotsvelden overgestoken worden. Het lastige daarvan is dat je de hele tijd van rotsblok naar rotsblok stap en springt. Daar moet je heel goed je hoofd bijhouden, want een foute stap en je been ligt open, of erger. Aan het einde van de tocht was ik redelijk kapot en wist ik precies waar mijn knieën zaten.

Kloof

Wat wel mooi was, was dat er veel boven de boomgrens gelopen werd. Daar zie je toch de landschappen die je normaal gesproken niet ziet in Nederland. De afgelopen tijd kwam ik alleen mensen tegen die de GR11 liepen van ons naar west, maar ondertussen spreek ik ook wat meer mensen die de GR11 in dezelfde richting lopen dan ik. Een Duits stel, een Nieuwzeelander en een Fransman. Dat zorgt ervoor dat er ’s avonds wat meer gepraat wordt.