Omdat de etappe in mijn boekje mij af zou leveren op een locatie waar geen voorzieningen zijn zoals een camping, refugio, supermarkt of wat dan ook, heb ik gisteren twee etappes gelopen. Die combinatie was ook meteen een van de zwaarste etappes van de GR11. Dat kwam doordat de tweede etappe begon met een flinke stijging. Die zou ik normaal gesproken in het begin van de dag hebben gehad, als ik nog fris en fruitig was. Omdat er twee etappes gecombineerd zijn, kreeg ik deze klim voor de kiezen toen ik er al een etappe op had zitten. Het fijne is dan wel van je af en daarbij is de temperatuur dan ook al flink gestegen.

Ik heb de hele dag gezamelijk gelopen met Mike de Nieuwzeelander en Baskische Josu. Mike is zevenenvijftig jaar oud en Josu al zesenzestig. Leeftijd hoeft dus niet altijd reden zijn om geen sportieve uitdaging meer aan te gaan. Nu is Josu geen alledaags geval. Hij heeft in de jaren zeventig/ tachtig jarenlang met een maat van hem en een oude bus door Zuid-Europa en Noord-Afrika rondgetrokken. Als ik het goed begrepen heb, verdienden ze geld met rondritten voor touristen. Na een paar jaar hebben ze de hele bus verscheept naar Amerika. Omdat het ding te groot was voor een container, moest het via een schimmige Poolse verschepen gebeuren. In Amerika zijn ze in een paar jaar van Alaska naar Patagonië gereden. Google maar eens op “Nairobitarra” Omdat hij fan is van de Noor Fridtjof Nansen, is hij Groenland overgestoken per slee. Navigeren deden ze met een sextant en een meter op de slee die aangaf hoeveel kilometer ze afgelegd hadden. En binnenkort doet een film over een paar dove jongens waaraan hij heeft meegewerkt, mee aan een filmfestival. Zondermeer een veelzijdige man dus.

De etappe van gisteren was lang, heet en vermoeiend. Het landschap mooi, maar veel minder veelzijdig dan waar ik de afgelopen weken doorheen gelopen ben. De uitzichten zijn minder spannend en ook veel minder aanwezig. We denken wel dat we in de verte al een keer de zee hebben gezien. Maar het kan ook zijn dat we die zo graag willen zien, dat onze verbeelding op de loop is gegaan. Wat alles nog lastiger maakte was de staat van het pad. Als het geen pad vol puin was, was het pad wel door wilde varkens vernield. We hadden nog wel een meevaller. Een refugio in een verlaten dorp, waarvan we dachten dat het gesloten was, bleek open. De zeer sympathieke vrijwilligers maakten koffie voor ons en we konden er frisdrank kopen. Bij de refugio was een bankje gemaakt: “Het bankje voor blije mensen”. Omdat we net fris en koffie hadden gehad, vonden we dat we plaats mochten nemen.

Door het samenvoegen van de etappes heb ik nu een dag extra. Ik kan al op zaterdag bij de zee zijn, waardoor ik op zondag kan beginnen aan de terugreis. Josu geeft alleen aan dat het zondag waarschijnlijk heel druk in het openbaar vervoer zal zijn omdat veel Spanjaarden terug reizen van hun vakantieadres baar huis. Hij raadt aan om maandag te gaan reizen. Dat betekent dat ik een dag over heb. Ik denk dat ik een rustdag ga nemen om dan in alle rust de terugreis te gaan plannen.